Soms vraag je je af of je leeftijd je in de weg zit als je met nieuwe kunstuitingen wordt geconfronteerd – dat je daardoor te snel denkt dat iets vroeger beter was, waardoor je niet goed genoeg kijkt of luistert naar vernieuwingen. Van die gedachte – dat het vroeger beter was – had ik met spoken word misschien wel last. Mijn weerstand zat er vooral in dat ik vreesde dat het de vorm was waar alle nieuwe poëzie naartoe zou evolueren, omdat in deze exhibitionistische tijd kunst die zich leent voor self exposure het wellicht zou winnen van kunst waarvoor je ook thuis op je kamer kunt blijven.
Want spoken word-artiesten staan net als acteurs en zangers altijd op een podium en daar is natuurlijk niks mis mee. Maar het zou een gemis zijn als performances als die van Amanda Gorman en wat tijdens onze dodenherdenking over het voetlicht werd gebracht de nieuwe standaard zou worden op het gebied van het vertolken van poëzie en als de toenemende populariteit ervan zou betekenen dat het geconcentreerd en in stilte lezen van poëzie zou verdwijnen – omdat kijken en luisteren nu eenmaal makkelijker is dan lezen en goede poëzie zich pas gewonnen geeft als je er al lezende moeite voor doet.
Maar ik denk eigenlijk dat je spoken word-teksten helemaal niet moet ervaren als poëzie. De belangrijkste thema’s van dit soort teksten zijn sociale bewustwording en politieke actie en ze beogen dus geen schoonheid of een dieper begrip van de werkelijkheid, zoals ‘echte’ poëzie dat toch doet. En daar komt nog bij dat je je wellicht in een positie moet bevinden waarin dit soort onderwerpen ook voor jou urgent zijn om ze echt te waarderen. In ieder geval hoef je niet bang te zijn dat spoken word poëzie als vorm gaat verdrijven. Het is gewoon een andere vorm en ook als het dat niet was, is er al meer dan genoeg leesbare poëzie om de rest van ons leven mee toe te kunnen.