De lieflijkste plek op aarde

Onlangs heb ik eindelijk een bezoek gebracht aan het Nietzsche-Haus. Dat staat in Sils-Maria, de magische plek waar ik al naartoe wilde sinds ik – een half mensenleven geleden – met zijn werk in aanraking kwam. Nietzsche beschouwde dit dal en de omliggende bergen als zijn eigenlijke thuis, zijn persoonlijke Shangri-La waar hij tot zijn meest diepzinnige gedachten kwam en waar hij enkele van zijn belangrijkste werken heeft geschreven.

Lopen is denken en volgens Nietzsche kun je dat ook omkeren. Hij vertrouwde gedachten die niet im Freien geboren sind niet en als je hier loopt snap je waarom dit het ideale landschap voor zijn filosofie was. Het dorpje ligt tussen twee langgerekte meren – Sils en Silvaplana – waar je omheen kunt lopen zonder te hoeven opletten waar je je voeten neerzet omdat het pad vrij vlak is. Je kunt je daardoor volledig in het decor verliezen, de magnifieke Zwitserse bergen die het dal omringen. In het onderste Silser Meer steekt een schiereilandje, Chastè, waarover Nietzsche droomde er een huis voor zichzelf te laten bouwen, lang voordat er de godganse dag toeristen zoals ik rond keutelden. De meesten onder hen komen overigens niet om zijn herinnering te eren, al is er wel een plaquette op een rots met een gedicht van hem: Alle Lust will Ewigkeit. Buiten dit en het Haus zelf herinnert alleen de zogenaamde ‘Zarathustra-rots’ nog aan Nietzsche, een opvallend piramidevormig gesteente waar hij op de gedachte van de ‘eeuwige wederkomst’ kwam (die volgens mij betekent dat we zijn voorbestemd het leven op aarde tot in de eeuwigheid telkens op exact dezelfde manier te blijven herhalen, een soort Groundhog Day maar dan zonder de mogelijkheid om het bij iedere volgende keer beter aan te pakken).

Ik probeer me voor te stellen hoe het eruit gezien moet hebben: Friedrich Nietzsche, lopend. Hij moet een schrikwekkende verschijning zijn geweest. Om zijn overgevoelige ogen te beschermen tegen het zonlicht en de elektriciteit in de wolken droeg hij buiten een enorme groene bril en dan daaronder ook nog die buitenproportionele snor. Niet iemand die je makkelijk aanspreekt. Achter dat vreemde voorkomen ging een verlegen en uiterst zachtaardige man schuil. Hij had ook veel stoere woorden over vrouwen, in werkelijkheid was het zijn romantische verheerlijking van hen die voorkwam dat hij ooit een liefdesrelatie heeft gehad. Voor hem was dat tragisch, maar de mensheid heeft er baat bij gehad. Een huwelijk had waarschijnlijk een eind gemaakt aan zijn rusteloosheid en aan de eenzaamheid waarin zijn meest gedurfde gedachten ontstonden.

Tussen 1881 en 1889 bracht Nietzsche de zomers hier door, op de lieflijkste plek op aarde. In het hooggebergte hoopte hij de ideale klimatologische omstandigheden te vinden voor zijn gestel, althans volgens de medische inzichten van die tijd. Hij leed zijn hele leven onder allerlei fysieke kwellingen, waaronder migraine en een geleidelijk verlies van visuele vermogens, wat hem uiteindelijk bijna volledig blind maakte. Hij genas nooit, de migraines bleven en zijn ogen bleven achteruitgaan. Uiteindelijk verloor hij ook zijn geestelijke vermogens en de laatste tien jaar van zijn leven werd hij verzorgd door zijn zuster, een kwalijke onbenul die niets begreep van zijn werk en zijn nalatenschap misbruikte ter meerdere eer en glorie van haarzelf en haar fascistische vrienden. Het heeft decennia geduurd voordat zijn werk van dit stigma kon loskomen.

Het voelt pretentieus om te zeggen dat de gedachtevluchten van een dergelijk genie van invloed zijn geweest op je eigen aardse geploeter, maar zijn boeken hebben me denk ik wel geholpen mezelf te bevrijden van allerlei zaken die me benauwden toen ik opgroeide. Hij kwam voor mij op het juiste moment en daarom wilde ik hem eer betonen door deze plek te bezoeken.