Dreaming of Karen Black

Toen ik laatst de muziekrecensiepagina van de Volkskrant opsloeg, ging er opeens een luikje open naar het verleden. Karen Black, een van mijn vrouwelijke idolen van toen ik rond de twintig was, bleek in de jaren zeventig en tachtig tussen het acteren door een heleboel geweldige en belangrijke (voor mij althans) films door de tijd te hebben gevonden om een hele plaat vol liedjes op te nemen, waarvan ze de meeste ook nog zelf gecomponeerd had. En om een of andere reden zijn die liedjes nu pas, veertig jaar later dus, uitgebracht – onder de titel Dreaming of You.

Mijn crush op Karen Black begon toen ik haar voor het eerst zag in Robert Altman’s Come Back to the 5 & Dime Jimmy Dean, Jimmy Dean, waarin ze de mysterieuze gast op een reünie speelt, die aan het eind van de film een omgebouwde man blijkt te zijn. Maar ze speelde ook in klassiekers als Five Easy Pieces, The Great Gatsby, Easy Rider en Capricorn One. Ik projecteerde in haar een kruising tussen de twee meisjes waar ik tot dat moment het meest verliefd op was geweest, de ene een koele schoonheid en de andere even aandoenlijk scheel als Karen Black (in deze tijd was ze hierdoor helaas kansloos geweest in Hollywood). Maar als ik nu naar de foto op het cd-hoesje kijk, lijkt die nog het meest op foto’s van mijn moeder in het jaar dat ik werd geboren. What would Freud say?

Het zijn opnames uit een verloren tijd en het zal misschien niet aan iedereen zijn besteed. De liedjes gaan over verlangen, verliefdheid en verdriet. De gebruikelijke onderwerpen dus, bezongen met zoveel intense emotie dat je alleen maar ademloos kunt luisteren. Er klinkt een verpletterende kwetsbaarheid in de schoolse manier waarop ze op ouderwets mooi zingt. Ze heeft een enorm bereik en ze legt de lat hoog, waardoor er vaak een toegevoegde spanning ontstaat die het alleen nog maar adembenemender maakt om naar haar te luisteren, omdat je steeds zit te hopen dat het haar lukt en dat ze alle noten haalt. Dat doet ze gelukkig.

De meeste liedjes heeft ze dus alleen geschreven, maar ook haar cover van Question van de Moody Blues is ongelofelijk aangrijpend: alsof je het liedje voor het eerst hoort zoals het moest klinken.

Karen Black is overleden in 2013, na een lang en zeer productief acteursleven. Naast al die geweldige films en toneelstukken waarin we haar hebben mogen bewonderen, blijkt ze dit nu dus ook nog allemaal gekund te hebben.

Dreaming of You (1971 – 1976) is te vinden op Spotify.

Onverdachte kunst: Céline herontdekt

Als er één schrijver is die de discussie over cancel culture op scherp kan stellen dan moet dat wel Louis-Ferdinand Céline zijn, en laat er nou van hem onlangs een berg ongepubliceerd materiaal opgedoken zijn die zijn werk en persoon weer helemaal terug in de belangstelling kan brengen.

Over de persoon Céline is geen discussie mogelijk: hij was fout. En zijn overtredingen bevonden zich niet op het wat schimmige terrein van seksuele omgangsvormen (hoewel hij ook op dat gebied volgens de huidige normen wel niet hoog gescoord zal hebben). Bij hem waren het opvattingen die heel erg fout waren en die hij ook heeft gepubliceerd, waarmee ze een permanente schaduw werpen over het werk waarmee hij beroemd en geliefd is geworden.

Nadat hij zijn meesterwerken had geschreven ontpopte Céline zich als een uitgesproken antisemiet, in pamfletten waarin hij net als een zeker hedendaags warhoofd zelfs de Jodenvervolging bagatelliseerde. Frankrijk vervolgde hem na de oorlog waarin die pamfletten verschenen wegens collaboratie – dat hem zwaarder werd aangerekend dan zijn antisemitisme, dat in Frankrijk altijd al wijd verspreid was en dat tot op heden helaas nog steeds is – maar gaf hem na een paar jaar zijn vrijheid terug vanwege zijn literaire verdiensten.

Nu onlangs al dit onbekende werk is opgedoken ben ik wel benieuwd naar de discussie die vast weer zal oplaaien. Want als zoveel kunstenaars en andere beroepsgroepen worden kaltgestellt wegens hun levenswandel kun je je afvragen wat de wereld aan moet met een schrijver die een van de grootste misdaden in de geschiedenis met dezelfde pen heeft verdedigd als waarmee hij dat geliefde werk heeft geschreven. De vraag is: kun je twee van de grootste literaire meesterwerken van de twintigste eeuw – want dat zijn Voyage au bout de la nuit en Mort à créditcancelen?

Het teruggevonden werk betreft volgens de Volkskrant 1 kuub papier die Céline in zijn huis in Montmartre achterliet toen hij met zijn vrouw en de kat naar Denemarken vluchtte om aan de bevrijders van Frankrijk te ontkomen. In zijn biografie van Céline vertelt Frédéric Vitoux dat ze ‘grote stukken van Kanonnevoer, De legende van koning Krogold en verschillende versies van Guignol’s Band’ op hun vlucht meenamen, maar volgens het artikel zat hier ook nog een volledige, nooit gepubliceerde roman tussen, zeshonderd vel van een andere, en een manuscript van Mort à crédit. Ik kan niet wachten om het allemaal te (her)lezen.

Hoe het mogelijk is dat iemand met zulke moreel verwerpelijke denkbeelden zulke geweldige boeken kan schrijven, begrijp ik ook niet. Maar wat ik las toen ik hem op mijn zeventiende ontdekte, leek voort te komen uit een woede en benauwenis die ik herkende en die ik tot op dat moment nog niet in de literatuur had aangetroffen. Hij verwoordde emoties die ik zelf nog niet kon uitdrukken. Maar het was veel meer dan herkenning. De waarde van zijn werk ervan zal altijd overeind blijven, de literatuur van de twintigste eeuw is ondenkbaar zonder Céline. Ik hoop dat heel veel adolescenten hem nog gaan ontdekken en dat het ook hen lucht geeft.

Het enige wat je er volgens mij over kunt zeggen is dat mensen die zelf niet zo heel groot zijn toch grote kunst kunnen maken, zelfs mensen die hele verwerpelijke dingen doen en zeggen. Maar het werk zelf blijft onaantastbaar door wat de maker ervan heeft aangericht.