Het werk van Henry Green is eigenlijk onvertaalbaar. Hij schendt allerlei normaal gesproken onaantastbaar geachte taalregels, waardoor de structuur van zijn zinnen zo onconventioneel wordt dat het bijna onmogelijk is er grip op te krijgen. Ook in het in 1939 verschenen Party Going wordt de lezer direct al op het verkeerde been gezet:
Fog was dense, bird that had been disturbed went flat into a balustrade and slowly fell, dead, at her feet.
There it lay and Miss Fellowes looked up to where that pall of fog was twenty foot above and out of which it had fallen, turning over once. She bent down and took a wing then entered a tunnel in front of her, and this had DEPARTURES lit up over it, carrying her dead pigeon.
No one paid attention, all were intent and everyone hurried, nobody looked back. Her dead pigeon then lay sideways, wings outspread as she held it, its dead head down towards the ground. She turned and she went back to where it had fallen and again looked up to where it must have died for it was still warm and, everything unexplained, she turned once more into the tunnel back to the station.
Dit soort proza kun je niet vertalen zonder jezelf soortgelijke vrijheden te permitteren als Green doet. Want wat in het Engels nog eigenaardig lijkt, maar met enige moeite wel te volgen, kan bij een te directe vertaling naar het Nederlands onbegrijpelijk worden. Daarnaast is het niet altijd duidelijk hoe en waartoe Green zijn effecten precies inzet en hoe het komt dat deze afwijking van de conventie dit lyrische effect teweegbrengt. Maar soms moet je die onbevattelijkheid gewoon accepteren, bijvoorbeeld waar zelfs gebeurtenissen en locaties op bijna surrealistische wijze lijken te transformeren. Het verwelkomen, omdat het allemaal onderdeel uitmaakt van het mysterie van zijn werk.
Green was van mening dat het onmogelijk is te weten wat andere mensen werkelijk denken en voelen, en dat schrijvers zich daarom zoveel mogelijk dienen te beperken tot wat hun personages hardop uitspreken – wat een opmerkelijk standpunt genoemd kan worden voor een schrijver. Maar die afkeer van psychologisering weerhoudt hem er niet van zijn lezers volledig mee te slepen in de belevenissen van zijn personages, die op zichzelf verre van opzienbarend zijn en zelfs triviaal. Misschien is Greens ‘methode’ wel dat hij je dwingt je opvattingen over stijl, zinsbouw en hoe men een verhaal behoort te vertellen los te laten, waardoor hij je kan meetrekken in zijn wereld.