Vanmiddag passeerde ik Sarah Hart op de Beestenmarkt en ik doe dit echt nooit en ik weet ook niet waar ik het lef vandaan haalde, maar ik heb haar aangesproken. Ze schrok er behoorlijk van en ze moest geloof ik een beetje blozen, wat ik me goed kan voorstellen als je op straat door een wildvreemde vent staande wordt gehouden. Maar ik wilde haar altijd al bedanken voor Gehuurde wereld en dat heb ik dan nu eindelijk gedaan.
Tenzij de dingen nog veel sneller onder het stof van de tijd verdwijnen dan ik vrees, denk ik dat de meeste mensen zich de naam van haar overleden man – de briljante en onvoorstelbaar veelzijdige Rudy Kousbroek – nog kunnen herinneren en hoop ik dat sommigen onder hen zijn essays nog wel eens herlezen. Maar het lijkt wel alsof het werk van Sarah Hart van de aardbodem is verdwenen, voor zover het ooit echt de lezers heeft gevonden die het verdient. En dit is zeer onterecht en onbegrijpelijk.
In haar enige gepubliceerde bundel schrijft ze over poëzie, kinderen, (haar jeugd in) Ierland, plaatsnamen, landkaarten, stadsparken en dromen en bovenal over heimwee. Ik ken niemand die zich zo mooi kan herinneren als zij. Misschien komt dat doordat ze het herinneren zelf beschrijft. Het lijkt alsof je erbij zit terwijl het gebeurt, en alsof je je de dingen die ze beschrijft zelf aan het herinneren bent, dat het bijna je eigen herinneringen zouden kunnen zijn, die je alleen even was vergeten.
Gehuurde wereld is een klein juweel dat niet vergeten mag worden. Ik heb mijn exemplaar lang geleden in de ramsj moeten kopen, misschien is het nog ergens te bestellen.
Sarah Hart heeft gelukkig ook een blog: Mixed Feelings.