Nog één keer over het privéleven van Philip Roth en dan hou ik erover op.
Wat Roth’s tweede vrouw actrice Claire Bloom betreft, lijkt Bailey zich wel erg voor het karretje van Roth te hebben laten spannen. Het is natuurlijk niet netjes om nadat je van iemand bent gescheiden een memoir te publiceren (Bloom’s Leaving a Doll’s House) waarin je allerlei minder flatteuze gedragingen van je beroemde ex de wereld in slingert, maar ook Roth zelf heeft tenslotte altijd zonder enige schroom de mensen uit zijn directe omgeving gebruikt in zijn boeken, en vaak ook met opzet duidelijk herkenbaar. Over zowel zijn eerste vrouw (die van de urine) als over Bloom zelf heeft hij boeken geschreven die gedreven werden door wrok en de wens om de pijn en het verdriet over die relaties te verwerken door er literatuur van te maken. Een veelzeggend moment dat Bailey beschrijft is als Roth na het voltooien van de definitieve versie van het verhaal over echtgenote nummer één in tranen uitroept: “I did it, I dit it!” Wat deze vrouw betreft kun je je als lezer goed inleven in zijn behoefte om het onrecht dat deze verwarde, amorele (volgens haar eigen uitspraak) persoon hem heeft aangedaan te trachten te begrijpen, een plek te geven, door zijn leven met haar zo accuraat mogelijk te beschrijven. Misschien zoals een Neanderthaler gevaarlijke dieren afbeeldt op de wanden van zijn grot. Toch lijkt er als je tussen de regels waarin Bailey de afkeer van Roth voor Claire Bloom spiegelt doorleest, lijkt er met haar niet zo heel veel aan de hand te zijn en gebeurde er tussen haar en Roth niet veel ergers dan er zelfs in de beste huwelijken voorkomt als mensen zo’n vijftien jaar of meer bij elkaar zijn. Best kwalijk van Bailey om een paar emotionele uitbarstingen van haar zo uitgebreid uit te lichten en daar het seksistische label hysterisch aan te hangen.
Op dat soort momenten denk je: ik hoef dit allemaal niet te weten, ik ga maar weer eens een echt boek lezen.