Ik was eigenlijk net een beetje bekomen van het nieuws dat AstraZeneca geen enkele bescherming zou bieden tegen omikron (dit stond vorige week zomaar ergens middenin een artikel op pagina 10 van de Volkskrant in plaats van in koeienletters op de voorpagina) toen ik nauwelijks prominenter in de krant zag staan dat we wellicht afstevenen op een volgende epidemie die corona qua dodelijkheid en besmettelijkheid weleens naar de kroon zou kunnen gaan steken.
Er blijken namelijk in Nederland dit najaar alweer bijna een half miljoen kippen en eenden preventief te zijn ‘geruimd’ vanwege een nieuwe, dodelijke variant van de vogelgriep die ook kan overspringen op mensen. Ook nieuw is dat vele in het wild levende vogels er al aan zijn gestorven. De belangrijkste broedplaatsen in Nederland van de vogelgriep zijn uiteraard de grootschalige pluimveehouderijen.
Het artikel in de Volkskrant suggereert als mogelijke oplossing om dit gevaar af te wenden onder meer dat consumenten zouden kunnen overwegen minder kip en ei te gaan eten . Maar als de gigantische hoeveelheid dierenleed waar de intensieve (pluim)veehouderij zich schuldig aan maakt nog steeds onvoldoende is om ieder weldenkend mens te doen overstappen op vegetarisme of veganisme of in ieder geval zijn of haar vleesgebruik substantieel te reduceren (het heeft bij mijzelf ook heel lang geduurd voordat dit besef indaalde), zal het antwoord op deze dreiging van de politiek moeten komen. Want over het zelfreinigend vermogen van de agrarische sector zelf kunnen we ons helaas weinig illusies maken. De stikstofcrisis heeft al laten zien dat iedere poging tot een serieus gesprek over de verantwoordelijkheid die deze sector (mede) draagt voor dit probleem slechts ontaardt in een met hand en tand verdedigen van de eigen belangen, desnoods met de dreiging van geweld in de vorm van tractoren die oprukken naar het Malieveld of gemeentehuizen binnenrijden, en zelfs het bedreigen van politici.
Helaas lijkt ook deze centrumrechts-christelijke regering weer met zijn rug naar de toekomst te staan. Ondanks alle moedgevende klimaatplannen heeft ook het nieuwe kabinet nu al laten doorschemeren niet de ballen te hebben om de confrontatie met boerenbelangen aan te gaan. Dit staat onder het kopje Stikstof in de kabinetsplannen: ‘In gebieden waar de opgave tot emissiereductie en natuurherstel dermate groot is dat vrijwilligheid niet langer vrijblijvendheid betekent, gaan we op het boerenerf het gesprek aan om samen te zoeken naar de mogelijkheden.’
Corona heeft het al laten zien: als er in Nederland een ramp dreigt te gebeuren, gaan we vergaderen. Als dat vergaderen dan toch niet voldoende blijkt om de ramp af te wenden, doen we maar wat het buitenland doet. De intensieve pluimveehouderij is echter om allerlei redenen een typisch Nederlands probleem, waarvoor het buitenland geen oplossing kan bieden. Met de hete electorale adem van de boerenstand in de nek zal dit kabinet boven zijn eigen schaduw moeten uitstijgen, boven de door kiezersangst en cliëntelisme gevoede behoudzucht van het CDA en de andere christelijke partijen als het over de agrarische industrie gaat. Carola Schouten was slechts de laatste in een lange reeks CDA-landbouwministers die de agrarische sector uit de wind hebben helpen houden.
De noodzaak tot maatregelen om de agrarische industrie aan banden te leggen, is door deze nieuwe vogelgriepvariant alleen maar urgenter geworden. Het gaat nu niet meer alleen over de planeet die mede dankzij stikstofemissie op een ramp afstevent, we moeten nu ook handelen om een mogelijke nieuwe pandemie te voorkomen. Hoeveel argumenten heb je nodig?